Prostaatklachten

De prostaat is een klier die bij de man onder de urineblaas en voor de endeldarm zit. De prostaat zit boven de sluitspier van de blaas.

 

Prostaatvergroting (goedaardige)

De urinebuis loopt door de prostaat heen. Door de urinebuis wordt urine uit de blaas afgevoerd. De prostaat ontwikkelt zich bij de man tijdens de puberteit onder invloed van mannelijke hormonen. De prostaat produceert vocht dat - samen met vocht uit de zaadblaasjes - het sperma vormt. Een normale prostaat is ongeveer 10 tot 15 cc groot.

Bij het ouder worden, wordt de prostaat vaak groter. De opening in de urinebuis ter hoogte van de prostaat wordt dan kleiner. Hierdoor kunnen plasklachten ontstaan. Bij de meeste mannen groeit de prostaat, maar niet alle mannen krijgen klachten. Meestal gaat het om een goedaardige vergroting of ontsteking. Een goedaardige prostaatvergroting wordt ook wel B.P.H. (Benigne Prostaat Hyperplasie) genoemd.

Symptomen

  • een minder krachtige urinestraal en/of een onderbroken straal;
  • moeite met het op gang komen van het plassen;
  • meer aandrang en vaker moeten plassen;
  • nadruppelen;
  • ongewenst urineverlies (incontinentie);
  • ’s nachts vaker plassen;
  • een gevoel hebben dat de blaas niet leeg komt.

 

De combinatie van deze klachten wordt ook wel LUTS genoemd (Lower Urinary Tract Symtoms).

 

Plasklachten kunnen ook ontstaan doordat bij de ouder wordende man de kringspier tussen de blaas en de prostaat (blaashals) zich vaak minder makkelijk kan ontspannen.

Diagnose

Naar aanleiding van het diagnostisch traject (de plasklachten, bloedonderzoek en een echografie van de prostaat) kan de uroloog vaak een diagnose stellen.

Soms is er niet duidelijk genoeg te zien wat er precies aan de hand is, of er bestaat verdenking op een kwaadaardig gezwel. Dan wordt er een prostaatbiopsie gedaan. Bij een biopsie wordt met een naald een stukje prostaatweefsel weggenomen voor nader onderzoek.

Mogelijke behandelingen

  1. Niets doen: In sommige gevallen is sprake van een grote prostaat, maar heeft de patiënt er weinig last van. Als de blaas nog wel de urine eruit kan laten lopen, wordt gewoon afgewacht. Wel moet dan geregeld worden gecontroleerd of alles inderdaad allemaal nog goed gaat.
  2. Medicijnen: Met behulp van speciaal voor de prostaat 'ontworpen' medicijnen is het mogelijk het prostaatweefsel meer 'ruimte' te geven of de grootte van de prostaat te doen afnemen. Er zijn twee soorten medicijnen: alfablockers en 5-alfareductaseremmers. Soms kunnen beide middelen worden gecombineerd worden gebruikt, waarbij het ene dan zorgt voor een snelle verbetering van het plassen, terwijl het andere middel op de langere termijn de prostaat verkleint.
  3. Een prostaat operatie.